Visuele screening

Visuele problemen kunnen een belangrijke rol spelen bij leerproblemen. Het gaat dan niet zo zeer om de scherpte (dichtbij/ veraf) maar om de oogsamenwerking. Waar let je dan op en met welke vragen kun je bij Praktijk Jij terecht.

Zijn een van onderstaande punten herkenbaar?
Maak dan een afspraak voor een visuele screening!

Bij leesproblemen:

  • Vermoeide ogen, tranende ogen, dubbelzicht, wazig zicht, bewegende letters, hoofdpijn of houdingsproblemen.
  • Snelheid.
  • Begrip van het lezen.
  • Overslaan.
  • Herhalen.
  • Teruglopend leestempo.
  • Toenemend aantal fouten.

Bij spellingsproblemen:

  • Weglaten van letters bij overschrijven vanaf het bord of vanaf het blad/boek.
  • Dubbel noteren van letters of woorden bij overschrijven vanaf het bord of blad/boek.
  • Toevoegen van letters aan woorden.
  • Afname concentratie met fouten als gevolg.

Bij rekenproblemen:

  • Er is een gebrek aan inzicht.
  • Moeite met (na) tekenen van geometrische figuren.
  • Verkeerd overnemen uit het rekenboek of vanaf het bord.

Signalen van eventuele visuele problemen.

Kleuters

  • Blijven in het speellokaal vaak langs de wanden lopen.
  • Heeft moeite met spelen in een grote ruimte.
  • Valt of stoot zich vaak.
  • Heeft een slechte oog-handcoördinatie.
  • Houdt het hoofd bij het werken opvallend schuin.
  • Bij het tekenen of knutselen komt het hoofd steeds dichter bij de tafel.
  • Heeft moeite met evenwicht.

Groep 3

  • Moeite om op de regel te blijven lezen of schrijven.
  • Hoofd wordt opvallend schuin gehouden.
  • Overschrijven van het bord is lastig.
  • Hoofdpijn en of misselijk na intensief werk.
  • Knipperen of dichtknijpen van de ogen.
  • Onhandig, stoot vaak dingen om.
  • Langzaam.
  • Concentratieproblemen.

Groep 4

  • Kind wijst bij met de vinger.
  • Kind kan niet navertellen wat het heeft gelezen.
  • Het hoofd van het kind beweegt mee met het lezen
  • Het kind begint vaak op een andere regel
  • Het kind weet vaak niet meer waar het gebleven is.
  • Het kind heeft een hekel aan lezen.
  • Het kind heeft vaak last van hoofdpijn.
  • Het kind knippert vaak met de ogen.
  • Het kind kan lastig stil zitten.
  • Het kind leest en schrijft met het hoofd bijna op de tafel.
  • Het kind is onhandig en stoot zich veel of gooit dingen om.
  • Het kind schrijft nog in spiegelbeeld.
×